Author/Uploaded by Lola Jaye
Over het boek 1907: De twaalfjarige Celestine zit vast op de zolder van een statig huis aan zee. Hij werd als jongetje meegenomen vanuit zijn geboorteland en werkt nu als een onbetaalde bediende, terwijl hij droomt over zijn familie in Afrika. Ook aI wordt het elk jaar moeilijker om zich zijn moeders gezicht te herinneren, of soms zelfs zijn eigen, echte naam… Tie...
Over het boek 1907: De twaalfjarige Celestine zit vast op de zolder van een statig huis aan zee. Hij werd als jongetje meegenomen vanuit zijn geboorteland en werkt nu als een onbetaalde bediende, terwijl hij droomt over zijn familie in Afrika. Ook aI wordt het elk jaar moeilijker om zich zijn moeders gezicht te herinneren, of soms zelfs zijn eigen, echte naam… Tientallen jaren later wordt Lowra, een meisje dat op jonge leeftijd haar ouders verloor, verbannen naar diezelfde zolderkamer. Onder de vloer vindt ze een oude pop en een opvallende, geregen ketting, en op de muur achter een oude kast staat iets gekrast in een onbekende taal. Het zijn dingen die haar op een bepaalde manier troost brengen, die haar het idee geven dat ze niet het enige kind is geweest op deze zolder… ‘Een indrukwekkende roman, de met elkaar verweven levens van de twee kinderen hebben me enorm geraakt. Dit zal me nog lang, heel lang bijblijven.’ − Tracy Chevalier, auteur van Meisje met de parel Over de auteur Lola Jaye is auteur, psychotherapeut en publiek spreker. Ze is geboren en getogen in Londen, en heeft in Nigeria en de vs gewoond. Ze schreef voor cnn, HuffPost, Essence en de bbc, en ze spreekt regelmatig over onderwerpen als mentale gezondheid en racisme. Ze heeft een non-fictieboek en diverse lichtere romans op haar naam staan. Zolderkind is haar eerste grote, historische roman. Wil je op de hoogte gehouden worden van de romans van A.W. Bruna Uitgevers? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief via onze website www.awbruna.nl of volg ons op www.facebook.com/liefdevoorromans, @AWBruna op Twitter of Instagram. Lola Jaye Zolderkind A.W. Bruna Uitgevers Oorspronkelijke titel The Attic Child © First published 2022 by Macmillan, an imprint of Pan Macmillan, a division of Macmillan Publishers International Limited Vertaling Monique Eggermont Omslagbeeld © Adobe stock & Margo Togni Auteursfoto © Zeeshan Mallick Omslagontwerp Margo Togni © 2023 A.W. Bruna Uitgevers, Amsterdam isbn 978 90 449 3471 7 nur 302 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting pro (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). Dit e-book leest het best als het lettertype op de e-reader is ingesteld op ‘origineel’, ‘standaard’ of ‘default’. Verder wordt aangeraden om de volgende instellingen te kiezen: ‘niet uitvullen’ en ‘niet afbreken’. Voor Ndugu M’Hali, Omoba Aina, Dejazmatch Alemayehu Tewodros, Mbye Otabenga en alle andere kinderen… die zijn meegenomen. ‘Zolang de leeuwen niet hun eigen geschiedschrijvers hebben, zullen jachtverhalen altijd ter meerder eer en glorie van de jager worden verteld.’ Afrikaans spreekwoord, geciteerd door Chinua Achebe in ‘The Art of Fiction’, Paris Review no. 139 Proloog Ik open mijn ogen voor de dood. Maar ik ben nog steeds hier. Waarom heeft hij me niet gehaald? Morgen is kennelijk mijn verjaardag; nog geen dertien. Toch weet niemand dat ik besta. Alle dagen versmelten tot één lange tijdsspanne. Weken vliegen voorbij. Zonder einde. Ik ben niet langer bang voor het donker. Het zwarte, warm. * Ademen. Voetstappen. Is daar iemand? Ik hoop het niet. Ik blijf graag hier. Voor altijd. Als dat moet. Deel 1 1 Dikembe 1903 Die dag zaten we onder de hoge limbaboom, zonder dat we er een flauw idee van hadden dat dit de laatste dagen in ons paradijs waren. De takken en bladeren hingen vlak boven ons, een welkome bescherming tegen de zinderende middaghitte. Achter ons bevond zich een ongelijkmatig zanderig pad tussen een rij bomen die majestueus en weelderig groen naar de hemel reikte. Hier was ik bijna elke dag, veilig op mijn vertrouwde, gerieflijke lievelingsplek met mijn lievelingsbroer, Kabili. Dichtbij genoeg om mama te horen roepen dat we een karweitje voor haar moesten doen, maar ver genoeg weg om de illusie te koesteren dat we alleen waren, vrij om onder vier ogen dringende zaken van de dag te bespreken, zoals hoe het zou zijn om de veelkleurige diktenige gekko te vangen die op dat moment naar de top van de boom kroop. ‘Ik heb er gisteren bijna een gevangen!’ zei Kabili, mijn drie jaar oudere broer. Ik geloofde het begin van zijn verhaal omdat ik nooit had getwijfeld aan iets wat uit zijn mond kwam, zelfs al stond Kabili in de familie bekend om het vertellen van halve waarheden. Zoals toen hij volhield dat hij betrokken was geweest bij het doden van het schaap dat mama afgelopen zondag op tafel had gezet; gepoch dat nergens op berustte, omdat iedereen wist dat Kabili de eerste zou zijn die moest braken als hij bloed zag. Als jongste van het gezin lagen er constant vragen op het puntje van mijn tong – waarvan ‘hoe haal je een gekko in?’ wel de minst belangrijke was. ‘Kabili…’ ‘Ja, broer?’ ‘Waar gaan jullie heen… wanneer je met hen meegaat?’ Het moment werd tenietgedaan toen mijn naam werd geroepen. ‘Dikembe!’ Zelfs als mijn moeder haar stem verhief klonk die in mijn oren aangenaam. Als jongste kind van vijf en waarschijnlijk haar laatste, geloofde ik dat ik van al haar zoons de speciale was. Ik voelde dat ook zo omdat